Vennootschappen zijn het gezicht van de Belgische economie. De grootste onderneming in de streek is een 'nv', de lokale garage is een 'bvba' en de kringwinkel op de hoek is een 'vzw'. Met die afkortingen geven bedrijven aan dat ze voldoen aan voorwaarden die wettelijk bepaald zijn. Vennootschapsrecht in België legt uit hoe vennootschappen verankerd zijn in de Belgische wet, zonder zich te verliezen in technische details of juridische spitsvondigheden. Het bespreekt inde eerste plaats wat wettelijke voorwaarden in de praktijk betekenen, bijvoorbeeld voor de oprichting, het startkapitaal of de bestuursstructuur van een bedrijf. Naast veelvoorkomende vennootschapsvormen, zoals de naamloze vennootschap (nv), komen minder gekende categorieën aan bod. Het resultaat is een helder overzicht van het vennootschapsrecht, op maat gemaakt voor studenten bedrijfseconomie en beginnende ondernemers.